Begeleiding in bewustwording logo

Cliënte Michal

Michal (pseudoniem) was in 2018 met mij in contact voor Begeleiding in bewustwording. Van zeven sessies schreef zij onderstaande verslagen.

Sfeerbeeld bij het blog Cliente Michal wallpaper_gems

Deel 1 – kennismaking

“whowhoeaa Ilona – Wat een bijzonder, gaaf en belangwekkend voorstel!!! Een zeer tof experiment!!! Spannend ook 😀

Ik lees in en tussen de regels dat je heel zorgvuldig en van alle kanten hebt overwogen (wist ik 😉) en ook mijn afwegingen al hebt meegenomen. Ik zeg dan ook niets anders dan een volmondig JA! – eveneens zorgvuldig en alle kanten overwogen te hebben.”

Zo reageerde een nieuwe cliënte in 2018 toen ik haar vroeg of ze na elke sessie een verslagje zou willen schrijven van haar ervaring en ontwikkeling, met telkens een stukje van haar levensverhaal erin verwerkt.

De verslagen volgden het ritme van de sessies. De namen heeft ze gefingeerd, zodat ze anoniem kan blijven zolang ze dat wil.

“Mijn naam is Michal, mijn kinderen heten Ravi en Ariël. Ze schelen tien jaar en zijn nu groot. Hun vaders zijn Israëlisch en Senegalees. Ik heb in andere landen gewoond, ben cultureel en medisch antropoloog, maar heb altijd van allerlei werk aangenomen voor het ‘brood op de plank’. De afgelopen 30 jaar waren lekker hectisch met grote ups en diepe downs. Ook ben ik nogal peinzend ingesteld met het hoofd altijd druk.

Tien jaar geleden heb ik een laatste baan opgezegd om eens te durven mijn eventuele talenten te ontwikkelen maar dat liep vast en toen ging mijn moeder ineens dood. Er gebeurden nog wat dingen en op een dag voelde ik geen bodem meer. Ravi was toen nog een klein ventje, dus ik wilde er snel weer voor hem zijn. Daarom ging ik naar de huisarts die me anti-depressiva en anti-psychotica voorschreef en me met spoed doorverwees naar gespecialiseerde GGZ opdat een keer gedegen onderzocht zou worden waarom ik steeds vastliep. Wellicht zou dat gepaste behandeling opleveren en erkenning bieden alsmede de zaak verlichten, aldus de dokter.

Ik wou ook weleens weten of er wat scheelt, maar vooral wou ik er zijn voor mijn kinderen en hen een sterke, fijne, wilskrachtige en vrolijke moeder voorschotelen zodat ze met dit voorbeeld een leven lang kunnen profiteren.

Zo gezegd zo gedaan. Maar vanaf toen ging het van de drassige wal de sloot in, een moeras eigenlijk. Nu tien jaar later zijn meer dan tien diagnoses van stoornissen aan me geklonken en nog niets van een behandeling. Een carrière en inkomen verwerven ging mee het slop in. Wat ik voorheen alleen nog enigszins had bevroed, lijkt me inmiddels rijkelijk bevestigd: je bent een wandelende stoornis. Waar ben je eigenlijk goed voor? Of in? Je kost alleen maar geld en moeite van de maatschappij, je levert niks op en wat je kunt wil niemand hebben, doei (wat doe je hier nog?).

Ik was wel toch nog aan het tegenspartelen en vorig jaar heb ik op internet Ilona gevonden via haar blogs. Toen heb ik haar website bestudeerd en wilde haar ontmoeten. Dat kon meteen. Ze luisterde en keek, was waarachtig en aandachtig. Ze vroeg door en ik zei van die rottige dingen zoals hierboven die ze geloof ik niet gek vond. Maar ze had er wel zeer slimme reacties op, een hele andere kijk op de zaak. Ze zei ook dat ze verdriet zag. Zoiets had ik nooit gehoord.

Sindsdien leek het of het mocht. En iets is gaan smelten. Ik kan niet zeggen dat het leuk is om dat te voelen. Het lijkt of een dikke klomp steenijs die binnen zit te knellen en de adem beneemt, vloeibaar wordt. Het bobbelt en beweegt. Ook val ik af terwijl ik weer eet. En kan weer bewegen. Soms lol in me voelen en zin om te rennen. Terwijl wel nu het hardste zeer door me heen gaat. Stikverdriet. Maar dit wil ik, want er komt weer leven aan. Iets van verlangen.”

Dit blog (deel 1) is tevens gepubliceerd via Stichting Hoogbegaafd!.

Terug naar het overzicht

Deel 2 – “Vloeibaar contact, verdriet, mislukking, niets kunnen, levenslust”

“In Marokko ben ik niet gestoord. En mijn man woont daar. Toen de psychiater een nieuwe doorverwijzing voorstelde, ben ik eerst naar Ilona gegaan en toen naar ons dakterras ergens tussen de Sahara en de Atlantische Oceaan.

Van Ilona heb ik in mijn oren geknoopt geen negatieve woorden meer over mezelf te gebruiken en een radicaal besluit te nemen tot zelferkenning en zelforganisatie. In Marokko kon ik dat praktiseren en mijn man was oefenpilaar. Hij heet Rani en is de rust en reikende zelf, maar ook wel eigenwijs. We liepen elke dag en zagen van alles. De oceaan levert constant golven aan en pasgeboren sardientjes die voor je voeten spelen. Overal wat te beleven en oordelen voorbij laten gaan.

Na 3 maanden kreeg ik verlangen terug en toen moest ik weg. Thuis hier viel onvermogen me gelijk weer op het dak en ik dacht: ik wil nu graag leven maar ik kan het niet. In elk geval zou ik niet weten hoe dat zo moet. Iedereen kan het geloof ik, zelfs vluchtelingen en mensen in oorlog, alleen ik ben mislukt.

Gelukkig was GGZ even ‘buiten beeld’ en ik mag op bezoek bij een pater Jezuïet. Ik vind hem heel leuk, hij luistert diep en kijkt goed. Van hem leer ik ademhalen en de kruin te openen om het licht van de kosmos binnen te laten. Dan komt iets lekker helders binnen, wat het dikke donker verdrijft. Hij en zijn kamer doen me ook denken aan het kloosterleven van mijn moeder die pater Karmeliet werd, en aan wat ik mis. Haar.

En Ilona deed me een machtig voorstel. Te schrijven over de wederwaardigheden van onze ontmoetingen, die ze dan zal publiceren. Niks moet, het mag, en ik heb alleen maar JA gezegd. Het is mijn kans. Om dit keer echt aan te gaan wat in me leeft, en de aan-reikingen niet langs me af te laten glijden maar tot me te nemen en te verwerken. Misschien leer ik dan ook wel schrijven, i.e. beperken oftewel orde en structuur aanbrengen in mijn brei(n). Het blijkt een waardevolle oefening. En, gezien een vorige tip van haar: data te verzamelen over jezelf. Al met al ook een bijzondere exercitie ten behoeve van waarneming.

De keel was alweer een tijdje klemgesnoerd en met de buik vol van verdriet ging ik luchtig bedekt naar onze afspraak. In meer kleuren dan normaal want een beetje moeite voor de uitdossing kan naar binnen goed doen, dus wellicht naar buiten ook wel zo overkomen. Want ontmoetingen vind ik altijd weer spannend. Zelfs na een tijdje contact zoals met Ilona, en haar berichten tussentijds, die me steeds weer verrassen.

Want met alles wat ik doe weet ik zeker dat ik iets gruwelijk verkeerds heb gedaan. En hou haast mijn adem in na elk van mijn acties. En dan geeft ze me de ruimte die ik heb genomen, om alsnog totaal durven in te nemen. Beetje verder, nog wat oprekken!

Dit aan haar gericht:
‘..en dan krijg ik van jou weer een mail terug waarin je niet alleen blijk geeft van de tijd die je voor mijn bericht hebt genomen alsook voor een doorgrond antwoord dat zeker niet beperkt is tot een paar regels zoals de huidige etiquette bij e-mail lijkt te vereisen, maar van diep begrip voor mijn krakkemikkig geuite bedoelingen, die je tussen, achter, onder en boven de regels door lijkt te kunnen lezen. Waardoor ik ineens weer volop kan ademhalen en me opgetild voel, zo licht en weer vrolijk 🙂

Dat spannende gedoe hoefde dus niet.

‘Je zei dat ik er mooi uitzag, warme kleur, dat het goed staat. Ik weet nooit wat ik moet met complimenten of opmerkingen, maar dit klonk gepast en simpel en ik kon ze makkelijk in mijn zak steken. Alles was makkelijk in de ontmoeting, simpel en gepast, van hoe we een tafel vonden en iets bestelden. Aandacht voor details waar ik zozeer voor op mijn hoede ben om ze te uiten, waren helemaal niet moeilijk. Niks moeilijks gemerkt, totaal op mijn gemak. Omdat ze vanzelfsprekend zijn voor jou? In ieder geval geen woorden nodig. Totaal vloeibaar contact.’

Tijdens de afspraak zei ik tegen haar dat het lastig is, met die bobbelende bende stroom verdriet die losklontert en door me heen gaat, me soms de adem beneemt en wilde oprispingen geeft. Maar dat ik nou toch graag wil leven. En iemand zijn. Die iets met talenten heeft geleefd. Nog voor den dood. Liefst nu direct!

Alleen, wat het jammere is, is dat ik niks kan, ik kan echt niks, helemaal niks, nog geen afwas soms. Incapable tot en met. Dat ik moe ben. Alles geprobeerd, maar het is gebleken en bewezen. Dat ik niks kan waar de wereld wat aan heeft. Of ikzelf. Laat staan de geliefden (die ben ik meer tot last dan lust).

Deze klaagzang gaat nog verder.

Het heet Autisme, dat ik niet naar buiten wil, kan, durf, en mensen onder ogen komen en sociaal onhandig ben. Maar ja, ik ga niet naar buiten omdat ik ze dan zie. Zij kunnen alles en doen van alles, en ik niks. Het was al wat om op te staan, aankleden en naar buiten gaan. Ze vragen aan mij wat ik dan doe en kan. ‘Nou niks, en jullie betalen mijn inkomen’ kan dan geen antwoord zijn dus ik bedenk 1000-dingen die te verzinnen zijn als goed antwoord maar dat is sociaal best onhandig.

Als ik naar buiten ga en niemand tegenkom zie ik ze bezig. Een tijdje was ik postbode en zag dat zo, vooral rond kerstmis. Ze komen van hun werk of school naar huis. Daar is het opgeruimd en fijn. Er is een tafel en kinderen. Er wordt eten gemaakt en samen gegeten. De krant wordt gepakt, gezelligheid en geluktheid alom. De post geopend, er zijn vrienden en alles komt goed. Er brandt licht in de kamer. Ze zijn met elkaar. En er staat een auto voor de deur die het doet. En de fietsbanden zijn niet lek. Het ruikt heerlijk.

Misschien is er wel ellende en iemand ziek of dood, te veel vreselijkheden voor woorden, maar dat komt dan niet door eigen schuld en mislukking.

Verlangen tegenover ik kan niks en ik ben niks en ik heb niks. Een ernstige psychiatrische stoornis wel, zei de psychiater.

Ilona hoorde een overactieve geest die gevoed door pijn de innerlijke staat op de werkelijkheid projecteert.

Ze zei, vrij geciteerd:
 ‘..een mentaal doolhof waar je in terecht komt. Waar je gebukt gaat onder het idee dat daar allemaal mensen zijn die zinvol bezig zijn en met geluk. Wat gebeurt is dat je iets ziet. Waarnemingen doet. Vervolgens produceert je geest daar gedachten bij. Je denkt dat al je gedachten waar zijn, je weet niet dat je interpreteert in plaats van waarneemt. Wat je ziet is met de filter van pijn eroverheen, in het spel van projectie op de werkelijkheid. Je kunt in hun binnenwereld niets zien. Maar je projecteert jóuw binnenwereld op wat je ziet. Dus in jouw ophemeling van hen laat zich jouw gevoel van minderwaardigheid blijken.’

Waarom heb ik dat in Marokko anders? Omdat ik daar met mijn lief ben? De mensen daar meestal armer zijn, met veel meer zorgen en toch veel lachen met elkaar en naar anderen. Doen met wat er is en verder is er nog altijd god en morgen weer een kans? En dan die ruimte…

‘Zoek de verschillen en gebruik ze ter beoefening om in overeenstemming te komen’.”

Dit blog (deel 2) is tevens gepubliceerd via Stichting Hoogbegaafd!.

Terug naar het overzicht

Deel 3 – “Gehechtheid onderzoeken en zonnestralen door de mist”

“Vorig jaar in Marokko vonden mijn man Rani en ik een zwarte babykat op straat die we bij een doofstomme jongen mochten achterlaten, hij zorgde ervoor in een doos op een plein. Deze kat was groot geworden, toen ik daar terugkwam had ze haar huis gevonden en vier baby’s in mijn tas gedeponeerd. Ze was ziek en na twee weken zorgzaamheid kwam ze niet meer naar haar gulzige kinders terug.

Zo zijn de wildebeestjes mij als moederkat gaan zien en ik hen bijgevolg als de kinderen. De baas van het nest heet Charlie want hij heeft de looks van Chaplin en hij doet of ik zijn kat ben (en vice versa).

Na 3 maanden moest ik toch terug en daar vertelde ik het aan Ilona. Ook dat Rani ze alle vier houdt en hoe dat nu gaat. Ze moest lachen en schreef het op. Toen zei ze: ‘enthousiaste gehechtheid. Het vermogen om lief te hebben is aanwezig.’

Ja klopt.

Maar afstand nemen en afstand doen lijkt bepaald niet mijn vermogen. Daarom valt mijn huis zowat op me als ik binnenkom (en de katten nu op Rani als hij thuiskomt).

Er zijn zoveel spullen en dingetjes dat ik er haast niet meer bij kan. Dat komt door de stoornissen hè: ‘geen overzicht kunnen houden, bijzaken niet van hoofdzaak onderscheiden, overmatige detailgerichtheid en perfectionisme, dwangmatig, chronisch overprikkeld, enz.’ Daar zouden pillen tegen helpen en therapie die leert om te gaan met het Syndroom van Asperger, daar autisme ongeneeslijk is. Daarvoor lag het aan de stoornis Borderline en tussendoor aan Bipolaire stoornis. Ondertussen ben ik moe.

Het is ook wat om dat schip te schonen en waar moet ik beginnen? Al die spullen zijn monumenten voor verlangens en verloren liefdes: tijden, mensen, dromen en momenten van toen. Ik hoorde dat zo’n verzameling aan hoarding ligt: ‘een psychiatrische aandoening uit het obsessieve-compulsieve spectrum’ dat weer voortkomt uit een der andere hoofd-stoornissen. Enthousiaste gehechtheid noemt Ilona het. Volgens haar is dat de gepijnigde vertaling van het vermogen lief te hebben en hoarding de praktische uitwerking daarvan.

Walaj *, dat is een nieuw inzicht!

*Walaj = Marokkaans en in Belgisch Amaj voor ‘waarachtig’, of in vroegere talen: ‘bij Wodan, Adonis, de Romeinen’, hedendaags: ‘goddelijke god’.

Hoe ziet het concept daarachter eruit?

Dat heeft ze aan mij concreet uit de doeken gedaan maar tracht ik te vatten in mijn eigen beelden:

Stel dat er in mijn wezen een kern is van balans en evenwichtigheid. Die stel ik me voor als zon. Die kern geeft beschikking tot vermogens zoals schoonheid, helderheid, vreugde, humor, kracht, intelligentie, liefde, altruïsme, spontaniteit, creativiteit en vrijheid: door mij verbeeld als zonnestralen. Tijdens het stralen komen de vermogens in aanraking met weerstand. Die botsing geeft pijn. Pijn leidt tot strategieën. Die samen vormen een laag om de stralen. Die laag noem ik mist.

Als bijvoorbeeld het vermogen liefde met pijn in aanraking komt, kan dat leiden tot een strategie van gehechtheid of een strategie van afweer, ‘overal’ van houden of ‘nergens’ van houden. De praktische uitwerking van emotionele gehechtheid kan dan zoiets als hoarden zijn. Met andere woorden: als in het proces van ontwikkeling een bepaald vermogen bovenmatig vaak moet worden ingezet, dan groeit dat vermogen uit tot een grijpgrage octopus (naar dingen, naar mensen, naar informatie, naar gedachten, naar emoties).

Dat komt me wel bekend voor inderdaad.

Maar in dat proces kreeg het vermogen helderheid minder kans om uit de verf te komen. Die werd klein en donker in de mist. Zwaar scheef schijnend is die kern dan geworden, uit balans en evenwicht. Maar het verlangen daarnaar dringt zich op natuurlijk, dus een straal als helderheid wil je ook graag aan bod laten komen om de boel weer te herstellen.

Dit zijn allemaal mijn eigen verbeeldingen en woorden zodat ik het snap!

Hé, kijk eens aan. Nu kan ik opruimen! Ik ga aan de slag. Ik wil een helder opgeruimd huis met overal ruimte. Van boeken zijn er duidelijk teveel, daar ga ik mee beginnen. Maar dan pak ik er een om weg te doen en meteen doet het zeer. Ik denk: laat maar, deze wil ik toch nog maar even houden.

‘Want?’, vroeg Ilona.

… Want wát een droom, herinnering, ervaring, verlangen heb ik daar bij nader inzien toch ook bij hè.

‘Hier toont zich de emotionele gehechtheid’, zei ze. ‘Wat je kunt doen is een stapje in de helderheid zetten. Je onderzoekt de gehechtheid in helderheid. Dus: oké, je ziet het boek. Je kijkt ernaar. Je staat erbij stil, neemt even de tijd. Dan vraag je je af: die impuls die ik nu ervaar, die tijdelijke oprisping, hoeveel invloed wil ik daar aan toekennen?’

Aha. Zo dus.

Procesimpuls: een tijdelijke oprisping van mijn emotionele leven. Door daar gehoor aan te geven ontneem ik mezelf het voelen van de pijn, het verhaal te ervaren en maak ik mezelf afhankelijk van het voorwerp. Door het boek te bewaren hou ik die gehechtheid in stand. Als ik goed kijk (helderheid) naar: waar ben ik bang voor als ik dit boek terugzet, of ik doe het weg? Naar: wat representeert het boek in mij? Ben ik bang dat ik afstand doe van een deel van mezelf?

Ik heb een ander doel. Dit doel, dat hoger is, conflicteert met de emotionele bevrediging op de korte termijn.

Dan nu snap ik stoornis. Is het een storing van de zon in jezelf? Dat kun je herstellen. Naar binnen kijken en aandacht geven aan vermogens die willen stralen door de mist. Nou wil ik graag verder met verlangen.”

Dit blog (deel 3) is tevens gepubliceerd via Stichting Hoogbegaafd!.

Terug naar het overzicht

Deel 4 – “Hoogbegaafd of gek, mezelf zien vanuit contact met de bron”

“‘Ben ik zoiets als hoogbegaafd of een verrückte gek’, vraag ik mezelf en vorige week per mail aan Ilona. Dat is ook wel leuk aan het Duits. Dat laat je zien hoe woorden en mensen gereisd hebben: hoe verrukt en verrukkelijk via oosten naar westen terecht zijn gekomen en een plaats hebben gekregen.

De vraag was wel een vertwijfelde uitroep of soort wanhoopskreet. En net zo goed een hoop op bevestiging van het een en/of van een ander: ‘Gééf mij nóg een label!’ Dan kan ik er beter mee kwartetten en uitkomen met de 4: ‘Zo. Dit ben ik!’.

Helaas ging Ilona niet meespelen maar vragen terug stellen.

We hadden afgesproken dat ik gewoon een verslag zou schrijven van onze gesprekken in 300 tot 500 woorden. Dat leek me een geweldige overeenkomst, die ik zou kunnen vervullen.

Toen ik ermee aan de slag ging kwamen er woorden op en aan te pas, die ik van te voren niet had bedacht. Om verklaringen mee te doen, voor contexten, om geschiedenissen mee op te rakelen, een overvloed aan impulsen om te bedwingen naar een logisch verhaal waarin een gespreksverslag is vervat. En het absolute voornemen mezelf met woorden níet naar onder te halen. Wat een slagveld.

In een oprisping van vertwijfeling over totaal onvermogen hieromtrent vroeg ik Ilona tussendoor dus of ik eigenlijk wel deug. Oftewel, ben ik nou écht tot niks in staat of komt het niks presteren nou eigenlijk doordat ik tot heel veel in staat ben misschien, en weet ik even niet hoe ik er bij kan komen. Nou dan vraag ik het maar even aan haar.

Die oprisping heeft ze aan me teruggegeven. Dat gaan we onderzoeken. Ze heeft me tijd, ruimte en vertrouwen gegeven. Ik ben heel bang. En vol moed.

Onlangs ben ik door een psychiater die ik vertrouwde tot ‘EPA’- persoon verklaard, en doorverwezen naar een F-ACT team. Daar heb ik maandag een afspraak voor intake.

EPA is de afkorting voor Ernstige Psychiatrische Aandoening. Hij zou een second opinion doen op voorheen gestelde diagnoses en is tot de EPA-slotsom gekomen omdat diagnoses door collegae niet voor niets bevonden waren, en hij zelf daarvan weliswaar niet iets concreets kon vinden behalve uitputting en chronische depressie maar dat moet een oorzaak hebben dus moet er wel sprake zijn van EPA. In deze cirkelredenering heb ik me teweer trachten te stellen wat een van de oorzaken is van uitputting.

Een F-ACT team is een gespecialiseerd team van psychiater, psycholoog, maatschappelijk werker en sociaalpsychiatrisch verpleegkundige die ‘de EPA’ naar rust en indien mogelijk naar herstel beweegt. Wat is het goed! Dat zoiets bestaat!

Dus dat. En ik steiger bij deze. Soms ben ik zelfs nog in de veronderstelling dat ik misschien, net als alle EPA’s, in plaats van ZV (zorgvrager) juist wel iets te bieden heb aan de wereld en ook nog best een mooi inkomen kan vergaren.

Maar mijn verbeelding gaat soms nog ietsje verder. Wát als ik eigenlijk best juist kats ben, ommeunig (Twentse prijswoorden voor durfachtig en nogal) wat kan. Dat niet durf te laten zien omdat ik er een hele laag aarde van schaamte en schuld bovenop heb geschept. En niet naar boven durf te komen. Voor een heel klein beetje, iets heel kleins leuks voor de wereld.

Eigenlijk wil ik, om precies te zijn, iets heel groot leuks.

(dat moet ik onder bedwang zien te houden – geen oprispingen die kant op – koest – halt) (en tóch hard blaffen!).

De 500 woorden zijn alweer overschreden.

In gesprek met Ilona liet ze me weten hoe ik naar mezelf kan kijken. Ogen open, en mijn gedachten van binnenuit bekijken (in mijn eigen woorden).

Het is alsof er een licht door dik duister naar binnen is komen schijnen dat niet meer weg kan. Een heel dun geel straaltje dat vol wordt, donker verdrijft, net als het daglicht van de zon de nacht verdrijft. Tot landing, waar een bron lijkt te liggen. Die kleur is wit. Groot en bruisend.

Ik ga wel naar het F-ACT team maandag, maar ik vrees die ontmoeting niet meer. Hoogbegaafd of verrückt hoef ik ook niet te zijn. Dat lichtje hè, van binnen, begint te gloeien.”

Dit blog (deel 4) is tevens gepubliceerd via Stichting Hoogbegaafd!.

Terug naar het overzicht

Deel 5 – “Diagnoses relativeren en tot een diepere laag van bewustzijn komen”

“De vorige keer had ik het over de vraag: gek óf slim. Dit natuurlijk omdat er niks tussenin zit. Je bent óf het een óf het ander en allebei tegelijk kan ook nog. Maar een beetje schrander en ook wel wat idioot, een spectrum als het ware, is moeilijker te behappen.

Vroeger had ik daar geen moeite mee maar sinds het ggz-classificatiesysteem van stoornissen net zo goed op mij is losgelaten ben ik er ook van. Juist door te protesteren tegen labels waarin ik me niet herkende, ging ik andere labels onderzoeken om te kijken of ik daar dan eventueel niet beter in pas. Vergetend dat ik niks met labels had en op ‘het spectrum zit’, van menszijn.

De labels vanuit ggz waren respectievelijk Borderline persoonlijkheidsstoornis, Bipolaire stoornis, en sinds vorig jaar blijkt uit gedegen onderzoek van gerenommeerd academisch instituut dat ‘ik op het spectrum zit’ van de Autistische Stoornissen (Asperger). Ik herkende het allemaal niet en werd er niet beter maar veel naarder en misselijk van. Meer en meer ging ik met een zwart oog naar mezelf kijken maar ook naar de gehele psychische gezondheidszorgindustrie. Vooruit, naar de hele medische wereld en bevindingen. Zwart-wit niet, maar met een diep sceptische blik. Constant bevragen. Dat lag niet aan de ervaringen met mezelf alleen.

Buiten de medische wereld kwam ik andere denkwijzen tegen die ik ook met gezond wantrouwen bekeek. Zo kwam ik ook in aanraking met een gedachtengoed over iets dat Hoogbegaafdheid wordt genoemd. Had ik altijd gedacht dat hoogbegaafde mensen een soort superwezens zijn met een blikkerend hoge iq-score waar de testen van uitslaan, echte uitblinkers in de wereld waar ze eigenlijk toch boven staan. Net zoals ik vroeger dacht dat Autisten houterig zijn en geen empathie hebben, Borderliners manipulatieve hypochonders, en Manisch-Depressieven van een brug af of voor een trein springen.

Die laatste drie stoornissen schijn ik in ieder geval allemaal wel te zijn of correct gezegd, te hebben, en mijn vooroordelen bleken bij nader onderzoek niet te kloppen. Dat heb ik pas ontdekt nadat het mezelf aanging. Alhoewel, hoe meer ik me erin ging verdiepen – het werd dringend aangeraden de diagnose zo snel mogelijk te accepteren op de weg naar ‘herstel’ dus moet je ook weten wát je accepteert – hoe meer ik, en naasten idem, inderdaad toch wel dingen ging herkennen en plaatsen tot ik ‘identificatie met het label’ had bereikt, dus inclusief wat betreft het onvermijdelijke levenspad en einde. Van de weg naar herstel heb ik daarbij niks gemerkt, integendeel.

Als ik immers toch bezig ben met onderzoek van van alles, en mijn vooroordelen niet klopten kan ik dat malle concept Hoogbegaafdheid toch ook onderzoeken? En zo kwam ik erachter dat het daarbij lijkt te gaan over zijnskenmerken die precies passen bij hoe ik mezelf eigenlijk zie, altijd zag, en mijn doen en laten zo sterk lijkt overeen te komen met die van diverse ‘hoogbegaafdheden’. En ik kon ook al lezen voordat ik naar school ging hahaja en nog zo van die dingen zoals pesterijen en ongepaste gevoeligheden. Bleek ook nog dat hoogbegaafden door ggz-professionals regelmatig mis-gediagnosticeerd worden met borderlinestoornis, bipolaire stoornis, autisme spectrum stoornis en andere stoornissen. Voila!

Tuurlijk weet ik dat iedereen zich wel kan herkennen in die ‘zijnskenmerken’. En dat er zonder diepgaand professioneel onderzoek en hetero-anamnese geen zelfdiagnose ‘hoogbegaafdheid’ kan worden gesteld.

Echter, bij de professioneel gestelde diagnoses van de aan mij toegeschreven diverse stoornissen was ook geen sprake van diepgaand onderzoek en hypothese-toetsende diagnostiek of hetero-anamnese. Bovendien kan een individu zich ook in díe kenmerken gaan herkennen, net zoals bij van alles wat je onderzoekt over jezelf. Zelfs als je wilt weten of je bij een aanhoudend blaasje in de mond misschien keelkanker hebt en dat, hypochondrisch verdenken. Of, als de dokters zeggen dat je terminaal ziek bent, je dat vanzelf kunt worden zelfs als je dat nog niet was.

Waarmee ik pertinent niet zeg dat ‘ziekte’ alleen tussen de oren zit. Maar wel dat diagnostiek op psychisch en psychiatrisch terrein per definitie niet hard te maken is en het labelen van stoornissen bij mensen eenvoudigweg niet wetenschappelijk is, maar uitsluitend – in beginsel – bedoeld als handreiking om mensen te helpen. Psychologie en ook psychiatrie zijn reflectieve wetenschappen en kunnen geen absoluut harde feiten leveren. Die bestaan overigens überhaupt niet zonder interpretatie, ook niet bij de bèta, de ‘harde’ wetenschappen.

Enfin volgens mij deed ik zelf diepgaander onderzoek en kan ik vanuit mezelf naar zoveel kanten van mezelf kijken en daar diep op reflecteren waar een reguliere hetero-anamnese niet aan tippen kan. Maar als je gestoord bent, kan dat toch niet kloppen. Is dat gedoe juist een symptoom van je stoornis als ‘patiënt’. Uiteindelijk scheen mijn houding en gedrag aanleiding voor de finale en alles omvattende diagnose EPA (Ernstige Psychiatrische Aandoening) onder de bewoordingen ‘patiënte heeft gebrekkig ziekte-inzicht, pte verzet zich tegen diagnose en medicatie .. werkt niet voldoende mee aan haar herstel waardoor geboden hulpverlening niet aanslaat .. pte slaagt er niet in te stabiliseren’. Etc.

Het is mijn schuld, wordt daarmee tussen de regels door gezegd. Als ik beter mee zou werken, zou de hulpverlening heel goed gelukt zijn en zo mij goed doen.

‘Alles wat ik zeg, kan en zal tegen mij worden gebruikt’, is wat ik ervan vind.

Waarvoor zijn de psychische en psychiatrische stoornis-diagnoses bedoeld? Ik dacht om te helpen als richtlijn om mensen te helpen zichzelf weer te vinden en op een pad te komen waarbij ze zichzelf beter voelen.

Als ik mijn geestelijke gezondheidssituatie vanuit de stoornissenkant ga bekijken, word ik er niet beter op. Als ik ga kijken vanuit ‘gave’ voel ik me direct al beter ook al heeft niemand anders dat bevonden alleen ikzelf. Maar dat is ook een label. En ja, ik ben ontiegelijk incapabel dus eigenlijk is het niet echt waar misschien en gewoon een trucje. Óf ben ik toch slim? Het één dus. Òf het ánder? In die zin.

Vandaar mijn vraag, de vorige keer aan Ilona. Die overwegingen hebben we tijdens een sessie besproken. Ze vroeg door, rustig, hoorde en keek me aan en met me mee en sprak niet zoveel.

We hadden het over zwart-wit en over ‘bij jezelf zijn’. De actieve geest en het menselijke dat wil vergelijken. Het brein dat gedachten injecteert. Die zich dan voordoen als werkelijkheden maar wat injecties en projecties zijn.

Ilona had het totaal niet over stoornis of gave. Om tot een diepere laag van bewustzijn te komen, is het nodig dieper te gaan dan de horizontale laag van gedachten en projecties. Dat kan door bijvoorbeeld elke dag een moment van enkele minuten letterlijk stil te zitten bij je gevoelens en ze te zien en daarop te reflecteren.”

Dit blog (deel 5) is tevens gepubliceerd via Stichting Hoogbegaafd!.

Terug naar het overzicht

Deel 6 – “Geen voorrang geven aan angst maar aan een vrij, open, authentiek stuk”

“Schrijven valt me moeilijk. Niet het typen hè, maar bij de les blijven. Tijdens het vormen van woorden naar een volgende zin komt de verbeelding los en ga ik daarmee aan de haal in plaats van met een gespreksverslag. Een oefening van vertwijfeling.

Ilona geeft echter helemaal niet op en ik toch ook eigenlijk nooit? Het is geen oefening voor vertwijfeling. Wel wil ik tijdens een gesprek aantekeningen maken om zo een leidraad te hebben bij het naderhand verslagleggen. Luisteren en schrijven kan ik wel tegelijkertijd, maar zelf praten nog niet zo best, dus van een gesprek voeren kan geen sprake zijn als ik aantekeningen maak. Dit keer hield ik dus zo veel mogelijk mijn mond. Dan kon ik mooi ook beter voelen.

Ik had nog last van wat griep en Ilona vroeg me om een comfortabele plek te kiezen op de bank. De mooie rode hoekbank is zo ruim, daar is zeker een fijne plek te vinden. Dat was lastig kiezen dus bedacht ik hetzelfde uiterste hoekje dat ik al eerdere keren had gekozen. Om haar van daaruit te kunnen zien moest ik scheef zitten. Lekker comfortabel leek haar dat niet en ze nodigde me opnieuw uit om een ruimte te kiezen. Geheel tegen mijn weerstanden in nam ik toen helemaal midden in de bank plaats, rug tegen de leuning, benen en voeten óp de bank recht voor me uit. Dat voelde enorm brutaal maar zat heerlijk.

Ze vroeg me welke emoties er zijn als ik zo zit. Ik hoefde niks te zeggen, alleen scannen en dan opschrijven. Dat is het ‘data-verzamelen’ waarover het in het eerste gesprek ging. Gebukt, moe, verloren, moedeloos, troosteloos, verdrietig, leeg en geen kleur, schreef ik in een rijtje. En merkte op dat ik toch nog scheef zat. Ik nam de ruimte om nog beter te gaan zitten.

Ze zei: “Er zijn emoties die kortdurende verkrampingen zijn en een signaalfunctie hebben. Hoe begrijp jij je eigen binnenwereld en kun je daar ordening in aanbrengen? Waar ga je zoeken voor het antwoord? Als je een sprankje van de emotie sneller herkent, kun je deze begrijpen en sneller verzorgen. Oefenen dus in het opmerken van emoties, ook in de allerkleinste meest subtiele vorm. Zelfs in de meest onschuldige situaties kunnen ze opspelen. Leer ze kennen, je wilt er naartoe. Zo stimuleer je een meer comfortabele aanwezigheid bij je eigen emoties.”

Ineens is de speciale pen waarmee ik zo snel schrijf op. Nou heb ik een andere pen nodig dus ik merk het hardop op. Ilona vraagt wat ik voel bij deze kleine onverwachte gebeurtenis. Het is een gevoel of emotie van herkenning en spijt.

Voorbeelden helpen me om op een idee te komen. Ik voel me kalm, enigszins geaccepteerd. Ik merk dat mijn hoofd dit weet en dat het geen gevoel is. Mijn gevoel is kennelijk anders dan wat mijn hoofd zegt. Ik voel me niet goed genoeg maar wel oké. Het voelt alsof ik klaar sta voor afwijzing, iets bekends en vertrouwds.

De emotie lijkt nu de vorm van een gedachte te hebben: “Als ik het straks nog maar weet zodat ik het goed kan opschrijven, als ik er straks nog maar naartoe kan”, iets incapabels, iets angstigs. Het gevoel is duwend en jagend, plus kalm toch ook vanwege de berusting of toch door vertrouwen.

De emoties die daaronder liggen zijn bij nog nadere opmerking en registratie: blijdschap, vanwege de uitdaging en verwachting van verandering, de rust en ruimte om op te mogen merken, boosheid dat ik dit moet doen en dat ik het misschien niet kan, of is het angst, verdriet?

“Ga telkens terug naar de opmerkzaamheid”, zegt Ilona. “Steeds opmerken van dat wat er is. Dat wil dat jij ernaar luistert, dat jij ernaar kijkt, dat jij erbij bent. Je bent niet één van de kinderen, je bent het klaslokaal.”

Als ze oppert dat ik aan het reageren ben op een prikkel met een andere prikkel moet ik alsnog de ingehouden hoest uiten en produceer er het woord ‘letterlijk’ bij. Ik meen dat eronder zit dat ik maar iets probeer, toetsend hoe het overkomt maar niet met al te grote zorgen. Waarschijnlijk is er vertrouwen in acceptatie. Moed, speelsheid, experimentatiedrang. Het vermogen om geen voorrang te geven aan de angst maar aan een meer vrij, open, authentiek stuk.

In haar woorden:
“Wat je beoefent, is een staat van heldere vriendelijke waarneming, iets van liefdevolle acceptatie, heldere aanwezigheid bij alles wat je ervaart. Je beoefent een proces en niet zozeer een resultaat.

Die same old song: ik ben incapabel – ik kan het niet – ik ben ontoereikend – ik ben niet goed genoeg… Kijk of je de gedachte niet teveel kan geloven, of je zacht kunt zijn voor de gedachte op dit moment. Bied weerstand tegen de aanzuigende werking van dat negatieve geloof. Niet tússen de leerlingen (de gedachten) in het klaslokaal blijven staan, maar de ruimte zelf zijn.”

Ik beoefen hier aanwezigheid. Ik oefen mijn vermogen om mijzelf te dragen en te accepteren op dit moment. Met de ogen open, gericht op iets rustigs en fijns, mezelf enigszins koesteren door me hierop te focussen, op het huidige moment.”

Dit blog (deel 6) is tevens gepubliceerd via Stichting Hoogbegaafd!.

Terug naar het overzicht

Deel 7 – “Wonderkrachtje dat schittert en onafhankelijk(er) is van omstandigheden”

“Na de start van mijn samenwerking met Ilona in januari, waaronder de afspraak dat ik gespreksverslagjes zou schrijven over onze sessies, is het wel eens tijd om te evalueren. Hoe gaat het sindsdien met mij, in de afgelopen 4 maanden?

Wat kan ik zeggen, ik kan het niet duiden. De omstandigheden waar ik het mee doe en waaronder ik probeer mezelf te vinden zijn enger geworden. Daar heb ik zelf ook een aandeel in.

Sinds ik contact heb met Ilona, en eens in de zoveel weken een gesprek heb met haar, zijn deze omstandigheden echter bijna niet meer beïnvloedend in en op mij. Het is alsof het allemaal wel wezen kan, maar dat ik een kern in mijzelf heb aangeraakt en er heel dichtbij ben gekomen.

Misschien is dat ook idee-fixe en de vader van de gedachte. Maar ik heb zowat geleerd, in de zin van ervaren door kennismaking met andere gedachten en manier van zijn en beleven, iets meer op mijn gevoel te vertrouwen en mijn gevoel voelt goed. Van binnen in mij voel ik kracht. Een aanraking met gloeiende kern en licht. Net alsof, wat er ook gebeurt, ik niet van mij verwijderd kan raken.

De omstandigheden zijn verdrietig. Misschien raak ik nog meer kwijt. Bakens van rotsen voor vertrouwen en hoop. Waaraan ik al die tijd met hand en tand heb vastgehouden om niet verwaaid te raken. Ik voelde me een verloren nano-miniscuul die wou aanhaken bij een groter gedeelte van ‘het zijn’ om mee te mogen doen en betekenis te vinden. Waardering en houvast.

Als anderen mij ook goed (genoeg) vinden en ik iets kan bijdragen voor anderen en een geheel dan vind ik het zelf ook goed. Tuurlijk wil ik ook precies niet van anderen afhankelijk zijn voor geld om te leven en mogelijk te floreren. Altijd ligt het aan anderen. Nu is dat ongeveer anders geworden. Alsof het niet aan anderen ligt, buiten mezelf, maar misschien iets in mijzelf is gaan oplichten.

Dit is de evaluatie van 4 maanden bij Ilona. Ze heeft zoveel handreikingen geboden, oefeningen, duidelijke en concrete aanwijzingen. Ik neem het allemaal tot me. De oefeningen doe ik niet. Niet omdat ik ze niet wil, maar ik vergeet ze door het alledaags gedoe telkens weer. Gebrek aan zelfdiscipline? Of een manier van tot me nemen die werkt via hersen- en zenuwbanen. Ik neem haar woorden en intenties diep in en vergeet vervolgens de exercities. De wil is er, maar van uitoefening komt (bij mij) weinig.

Concreet pas ik wel het hier en ander toe, zonder me daarvan expliciet bewust te zijn. Niet altijd gaat het ademen bewust, maar bij spannende situaties kan ik terugkomen daarop en het toepassen: adem in, adem uit, rustig en in ritme. En dan voel ik mezelf en mijn basis weer. Ook is voelen door mij inmiddels toegestaan, en tegelijkertijd ook geobserveerd. Dat brengt golven van emoties met zich mee, veel verdriet en blijdschap, maar ook rust. Doorademen. Alles wat er is mag er zijn. Adem in adem uit.

Wat er in de loop van dagen en nachten, weken en maanden zo naar binnen sluipt, is een innerwaartse wil, een verlangen om te leven, te zijn, te genieten met alles wat er is. Naar buiten toe. Dat loopt tegen oude vestingen aan die mij voorheen schenen te behoeden. Wat er nu gebeurt, is dat ik wil leven. Dat gaat niet zonder afbreuk van alles wat mij voorheen overeind hield en wat ik lief heb. Of zo diep aan gehecht ben. Liefde en hechting, dat onderscheid heb ik niet zo door.

Wat ik wel door heb is mezelf. Er is iets wat gewoon niet kapot te krijgen is zoals het schittert en sterk door blijft schijnen. Dat lijkt in mezelf te zitten. Ik ga nu meer kennismaken met dat geheimzinnige wonderkrachtje. Ilona heeft me vertrouwen en typische maniertjes bijgebracht om die gekke weg daar naar toe te openen. Ik zou niet weten hoe ze het gedaan heeft, en hállo het is nog lang niet klaar, alleen sta ik nu naar de opening van zo’n pad van kennismaking met dat licht van kracht. Is dat mezelf?”

Dit blog (deel 7) is tevens gepubliceerd via Stichting Hoogbegaafd!.

Terug naar het overzicht

Ilona:

Ben je na het lezen van de ervaringen van deze (voorheen) cliënt benieuwd wat Begeleiding in bewustwording in jouw leven kan betekenen? Heb je de indruk dat je mijn hulp wilt bij 'iets' in jouw leven waar bewustwording het echte verschil gaat maken?

Overweeg dan een eerste sessie aan te vragen; dit is een volwaardige sessie van 90 minuten tegen een verlaagd tarief, waarin we kennismaken en je direct op inhoud en gevoel ervaart wat mijn begeleiding voor jou kan doen. Ook mogelijk is een gratis korte kennismaking van 30 minuten!

We leven! In een wereld met voor ieder wat wils.
Een ontdekkingsreis, een ingenieus spel, een dierbaar proces.